Nederigheid – We kunnen van iedereen wel iets leren. Verwondering – Elk moment biedt een gelegenheid om onszelf te verbazen. Dienstbaarheid – Er is vaak meer voldoening in anderen hun doelen te helpen bereiken. Energie – Beweging is de basis van interactie. Blijf jij nog op de loopband als iedereen al heeft afgehaakt? Humor – Op de moeilijkste momenten zeggen we soms “over 10 jaar zullen we hier allemaal hard om lachen.” Waarom zou je wachten? Humor verandert hoe je denkt. Nieuwsgierigheid – Elk moment biedt een gelegenheid om te leren. Verwarring – We hebben allemaal het recht om zelfs het meest eenvoudige niet te begrijpen. Dit is immers de basis om echt te kunnen leren. Focus – Focus is deel van jouw kompas bij elke stap. Je kunt niet weten dat je aangekomen bent als je niet meer weet waar je naartoe ging. Roeping – Roeping maakt focus en energie echt eenvoudig. Oefening – Er is in elke situatie minstens één vaardigheid die je kunt oefenen die van pas komt bij het vervullen van jouw roeping. Risico – Steek je nek uit voor wat je belangrijk vindt.
0 Comments
“Maar” wordt door velen aanzien als een vies woord. Sommigen beweren dat we “maar” zelfs niet zouden mogen zeggen in ons taalgebruik. Nochtans gebruiken we het allemaal dagelijks, misschien tientallen keren per dag. Ik vind “maar” een uitstekend woord! Even terug kijken naar de betekenis van het woordje “maar”. Het woord “maar” duidt een tegenstelling aan, bijvoorbeeld wanneer je zegt: “Vroeger was hij arm, maar nu is hij rijk.” In de combinatie “ja, maar …” zorgt deze tegenstelling dat je dus eigenlijk “nee” zegt. Daarom zien we wel eens trainers en coaches prediken om “Ja, en ..” in de plaats te gebruiken. Dit creëert een aantal interessante mogelijkheden, er zijn immers een aantal coaching situaties en situaties op de werkvloer waarin het creëren van deze tegenstellingen juist wel nuttig is. In mijn coaching gesprekken met managers blijkt telkens weer hoe moeilijk het is om te kunnen “Nee” zeggen. En dus zeggen ze “Ja”. Een “Nee, maar …” waarbij je daarna een aantal opties geeft onder welke voorwaarde het gevraagde wel zou kunnen, kan betere resultaten opleveren. Stel je volgende situatie voor waarbij je voltijds aan rapport A werkt, daarbij tijd tekort hebt voor jou andere dagelijkse taken en de deadline voor rapport A nadert snel. Op dat moment komt de baas van jouw baas eraan, die jou vraagt om snel (tegen gisteren) een ander nieuw en bijkomend rapport B te schrijven. Dan heb je volgende keuzes in jouw antwoorden: “Ja”: nu is het jouw probleem, rapport A zal mislopen, rapport B zal niet fantastisch zijn en misschien ook mislopen, en jouw dagelijkse taken worden ook een ramp deze maand. Dat wordt een slechte evaluatie. “Nee”: dit is een moeilijke noot om te kraken, je zegt immers nee tegen de baas van jouw baas. Het zou niet mogen, maar meer dan waarschijnlijk krijg je ook een negatieve evaluatie op het einde van de rit, onder het motto dat deze werknemer niets extra wil doen. “Nee, maar als je me uitstel geeft voor rapport A en me vrijstelt van mijn andere dagelijkse taken, dan kan het wel.” In deze genuanceerde “nee” ligt de bal in het kamp van het leiderschap van het bedrijf, en is het aan hem om de prioriteiten te verschuiven en te beslissen wat belangrijk is, of zoals Stephen Covey in zijn boek “The 7 habits of highly effective people” schrijft: “Put first things first.” |
AuteurChange manager, executive coach en trainer. Archives
February 2016
Categories
All
|